donderdag 15 december 2011

Een kerstboom op de Regenboog

Door: Yvon van Oel
Bibliotheek Transvaalkwartier

Iedere maand lees ik voor op Kinderdagverblijf De Regenboog. De kinderen weten dat ik altijd met een koffer of een kastje aankom. Dat ik van de bibliotheek ben, en dat ik dus een boek bij me heb, weten ze ook. Maar wat zou de juf verder bij zich hebben? Wat zit er in de grote witte koffer met stippen?

Natuurlijk had ik een kleine dennenboom bij me, want ik vertelde het verhaal van een kleine boom die heel graag groot wil zijn, uit het prentenboek 'Een kerstboom voor Steven'. Dennis de dennenboom staat in het bos, klein te zijn; konijnen springen over hem heen, zo klein is hij. Egels maken hun stekels schoon aan de kleine boom, hij wordt er verdrietig van. Totdat er een klein jongetje (Steven) met papa een kerstboom gaat uitzoeken in het bos. Het jongetje vindt de kleine dennenboom precies groot genoeg en samen besluiten hem in het bos te gaan versieren met ballen en lampjes. In het bos, zodat Dennis nog groter kan groeien.

Ah! Dat zit er verder nog in de koffer: een konijn, een egel, kerstballen en lichtjes. De kinderen mogen het verhaal uitspelen. Zo hoeven ze niet de hele tijd te blijven zitten. Liedje zingen, verhaaltje luisteren, bewegen, helpen, zelf doen; ingrediënten die in ieder voorlees- halfuurtje zitten.

Met iedere keer iets wat de kinderen verbaast; deze keer met stip: ik kan zelf de lampjes aan doen!


donderdag 8 december 2011

Rikki wil een kerstboom

Door: Mario Bugni
Bibliotheek Segbroek
Sinds de start van het LeerKansenprofiel op de Toermalijn, is de GOA afdeling van bibliotheek Den Haag een belangrijke “leverancier” van projecten op deze school.
Al ruim vier jaar bieden we op de dinsdagen en de donderdagen gedurende het gehele schooljaar leesbevorderingprojecten op maat gesneden voor kinderen van de onderbouw.
Door de jaren heen hebben we een groepje trouwe volgers gecreëerd. Een groep die we gedurende het schooljaar weleens als leerling mogen begroeten.         
Op  de Toermalijn mogen de kinderen zelf kiezen waar ze aan mee willen doen. Het aanbod is gevarieerd genoeg om aan iedere kinderwens te voldoen. Over smaak valt niet te twisten uiteraard en men moge niet ontkennen dat de ontwikkeling van het kind nauw gepaard gaat met de interesses van het kind.
Onlangs kreeg ik een aardig voorbeeld voorgeschoteld.     
Alhoewel ik tijdens het schooljaar voor het project "groeien met boeken" secuur er op let dat geen enkel verhaal meerdere malen gebruikt wordt gedurende hetzelfde schooljaar, heeft een vaste klant van mij, we noemen hem voor het gemak Giorgio, mij erop gewezen dat het geheugen van het kind verder reikt dan één schooljaar. Giorgio is een jongen die ik van begin af aan vaker heb mogen begroeten. Al vanaf groep 3, hij zit nu in groep 5, kiest hij om 1 of twee keer per jaar mee te doen aan onze projecten.

Twee jaar geleden, toen Giorgio nog in groep 3 zat, heb ik het vrolijke prentenboek “Rikki wil een kerstboom” behandeld. Afgelopen week heb ik van geen enkel kwaad bewust, wederom dit boek genomen als onderwerp voor de les. En wie stak als eerste 2 jaar na dato zijn  vinger op?           
Giorgio natuurlijk!!!
Meester dit boek ken ik al!” zei hij parmantig. “Hoe bedoel je?”zei ik. “Nou toen ik in groep drie zat heb je dit boek al eens verteld en toen hebben we daarna kerstkaarten gemaakt, weet je dat niet meer?”
Ik geloofde de jongen in eerste instantie niet en dacht dat hij mij in de maling nam. Dus vroeg ik hem kort te vertellen waar het verhaal over ging. En wat schetste mijn verbazing.
Twee jaar na dato is hem het verhaal van Rikki het konijn  zeer goed bij gebleven. Mij restte niets meer dan de jongen te complimenteren en hem de rol van de meester te geven die middag. Hij mocht het verhaal vertellen en ik liet op het smartboard de plaatjes zien. Gelukkig was de creatieve verwerking niet dezelfde en Giorgio was mans genoeg om dat wel aan de anderen te vertellen.
Al met al een leuke middag.
En de wijze les voor mij is…. Het wordt zoeken naar een ander Paas-verhaal.

maandag 5 december 2011

Sinterklaas helpt bij ouderparticipatie

Door: Roos Visser en Yvon van Oel
Bibliotheek Transvaalkwartier

Voor de taalontwikkeling van jonge kinderen is het belangrijk om de taal veel te horen en veel te gebruiken. Daarom kiezen we er bij het project ouderparticipatie vaak voor om een bepaald prentenboek centraal te stellen, en geven we de deelnemende ouders de opdracht om een bijbehorende handpop te maken. Met onze hulp natuurlijk. We leren de ouders voorlezen, en de handpop te gebruiken om al spelend met hun kind te communiceren.

Dit jaar kreeg ik een bijzonder verzoek vanuit de Rosabasisschool, namelijk of we de vier bijeenkomsten het thema ‘Sinterklaas’ konden meegeven. Op deze school wordt het Sinterklaasfeest, zoals op veel scholen, uitgebreid gevierd. Maar bij de kinderen thuis is de kennis van dit feest en de rituelen die er bij horen erg beperkt. De kloof tussen school en thuis wordt daardoor groter, en wat meer kennis over Sinterklaas zou deze werelden weer dichter bij elkaar brengen.

Mijn collega Yvon en ik gingen enthousiast aan de slag, Sinterklaasliefhebbers die we zijn. Zo ontwikkelden we 4 ‘Sinterklaaslessen’ waarbij iedere keer een ander aspect van Sinterklaas naar voren komt, en iets anders wordt geknutseld om mee te nemen naar huis. Onder andere de stoomboot, het zetten van de schoen, en het zingen van Sinterklaasliedjes kwamen aan bod.

De groep wisselde gedurende vier weken in samenstelling van 10 tot wel 15 moeders, maar iedere keer werd de groep gezelliger, en kwamen de tongen meer los. Dit vooral ook dankzij de aanwezigheid van de adjunct-directeur en oudercoach Betty Hoekstra, die met humor en een knipoog iedereen op haar gemak wist te stellen. De moeders werden iedere week creatiever, en de resultaten van het knutselwerk zijn dan ook prachtig! 

Dit project is vanaf april aan te vragen op de website van het GOA onder het kopje taalactiviteiten. 

maandag 28 november 2011

Workshop ‘Muziek op schoot’

Verslag van een Samenspelgroep in Nieuw Waldeck op woensdag 9 november

Door: Annemie Konings, bibliotheek Segbroek

Een samenspelgroep komt iedere week bij elkaar met het doel om ouders en kinderen tussen de 2 en 2, 5 jaar samen te laten spelen. Ook voorlezen hoort daar bij.

Als ik om kwart over negen binnenkom zijn de dreumesen aan het spelen en de ouders drinken koffie. Het plan is om aan de ouders iets te vertellen over het belang van muziek en liedjes en daarna enkele liedjes aan te leren, zodat ze deze vervolgens ook weer thuis en op de speelzaal met elkaar kunnen zingen. Later op de ochtend  zullen we samen met de kinderen de liedjes zingen.

Als we met de ouders in een hoek gaan zitten komen er enkele dreumesen gezellig bij zitten. Maar als er niets spectaculairs plaatsvindt zijn ze al gauw weer weg. De meeste ouders vertellen dat ze zelf liedjes zingen voor hun kinderen. Met name de moeders doen dit, er is één vader bij die alleen maar CD’s draait.

Kinderen luisteren het liefst naar de stem van de vader en moeder. Als je zelf zingt maak je contact met je kind, je kunt sneller of langzamer zingen en harder of zachter. Net als bij voorlezen versterkt het de band met je kindje. Ook kun je liedjes gebruiken bij allerlei dagelijkse rituelen zoals opstaan, naar bed gaan, eten, wassen.

De ouders krijgen nu een opdracht: verzin een liedje van 2 regels bij een dagelijks ritueel. Dat gaat heel goed. Eén ouder blokkeert, maar de rest heeft binnen een paar minuten een tekst verzonnen met een simpel melodietje erbij.

Dan gaan we de liedjes oefenen. Eerst via de CD de melodie horen en daarna zelf proberen te zingen. Zodra de dreumesen muziek horen komen ze er af en toe bij staan. Een paar keer samen zingen en de liedjes zitten erin.

Tot slot gaan we  met z’n allen aan de grote  tafel zitten, waar we samen met de kinderen gaan zingen.

Als eerste zingen we een kiekeboeliedje:

“Kiekeboe, kiekeboe, waar is ….kiekeboe, kiekeboe, waar ben jij ?”

Ouders doen bij het zingen van het liedje een theedoek over het hoofdje van de kinderen en bij het weghalen is het grote pret.

Dan mogen de dreumesen zelf meedoen met een tikliedje:

“Wil je tikken? Tik maar mee. Hier zijn stokjes ’t zijn er twee. Tikken tikken wat je wil, luister goed, nu is het stil.”

De kinderen krijgen twee stokjes en na een paar keer oefenen gaat het goed,  na het laatste woord niet meer tikken en stil zijn……
 

 
Het laatste liedje wordt een kriebelliedje:

Daar komen twee spinnetjes aan, kriebel krabbel kriebel krabbel kriebel krabbel,
De ene heet Piet en de andere Daan, kriebel krabbel kriebel krabbel kriebel krabbel.
Fffffffffft (de spin wegblazen)  weg is Piet,  fffffffft weg is Daan.
Daar komen ze, daar komen ze, daar komen ze weer aan,
kriebel krabbel kriebel krabbel kriebel krab.

Met de twee spinnetjes nemen we afscheid, hopelijk zijn de ouders geïnspireerd om thuis verder te gaan met het zingen van liedjes!


donderdag 10 november 2011

Boekenstapel Annie M.G. Schmidt

Door: Marjolein Jense, bibliotheek Schilderswijk

A.M.G. Schmidt. Bij sommige kinderen van groep 5 gaat er een klein lampje branden bij het horen van deze naam. Bij de meesten blijft het angstvallig stil. Nadat ik een foto laat zien van deze ‘mevrouw’, denken sommigen dat het mijn moeder is. Euhm.. nee.

Wie kan er een boek opnoemen dat ze heeft geschreven?- ‘Hoe overleef ik..?
Jip en Janneke?- ‘wel eens van gehoord.’
Floddertje? – ‘Wie?’
Abeltje..? – ‘Ja, van die film!’

Nu kan ik niet verwachten dat de kinderen mij een opsomming kunnen geven van het geschreven werk van Annie M.G. Schmidt, maar het is wel leuk om hier verandering in te brengen!

In vier lessen tijd leren de kinderen over het leven van Annie, zien ze filmpjes, luisteren en zingen we liedjes die ze heeft geschreven, en lezen we gekke gedichtjes voor. Gedurende deze periode staat er ook een grote stapel met boeken in de klas, waar ze naar hartelust uit mogen lezen. Hun enthousiasme blijkt uit het feit dat veel kinderen me aan het begin van de les willen vertellen wat ze hebben gelezen, en waarom ze dat stukje zo leuk vinden.

Aan het einde van de vierde les doen we de Grote Annie M.G. Schmidt Quiz. Vragen als: Voor welke krant heeft Annie geschreven (het Parool!) en: Wie maakte de meeste tekeningen voor de boeken van Annie (Fiep Westendorp!) worden moeiteloos beantwoord. Wie had dàt aan het begin van de eerste les verwacht... Missie geslaagd!  

dinsdag 30 augustus 2011

Voorlezers weer aan de slag op scholen in Mariahoeve

Door: Desiree van Vliet
Bibliotheek: Haagse Hout

Alweer een aantal jaar zijn er vrijwillige voorlezers op 2 scholen in de wijk Mariahoeve actief . Tijd om ze eens in het zonnetje te zetten.

Het project “ruimte voor contact” waar dit initiatief geboren is, is afgelopen, maar de voorlezers zijn enthousiast doorgegaan. Elke week komen zij bij de peuter- of kleutergroepen om voor te lezen uit boeken die bij het thema horen dat in de klas behandeld wordt. Ze worden aangesproken met oma of tante en met een luid “hoera” verwelkomd door de kinderen! In kleine groepjes wordt er voorgelezen en gepraat en gezongen en gespeeld. Heerlijk zo’n beetje extra aandacht en de woordenschat van de kinderen krijgt tegelijk weer extra invulling. De bibliotheek zorgt voor de boeken en elk schooljaar wordt gezellig afgesloten met evaluatie en lunch in de bieb.

En dit zijn ze dan: (niet allemaal helaas)

maandag 16 mei 2011

Flessenpost

Door: Tessa van Houten 
Bibliotheek Bouwlust

Met een trolley vol spullen kwam ik groep 3 van de Anne Frankschool binnenlopen. Opmerkingen als “Wat heb je allemaal bij je?” en “Komt de juf bij ons wonen?” bleven niet uit. In alle groepen 3 was het duidelijk te zien dat ze over het thema “post” werkten: een posthoek, briefkaarten, postzakken en brievenbussen.

 
Eerst heb ik verteld dat ik in de bibliotheek werk en dat ik 3 keer bij hen in de klas kom. De les die ik geef is “Kom mee in het boek”, dus begon ik mijn les met het voorlezen uit “Aan de andere kant van de zee…” van Marina Marcolin en Janna Carioli. Het boek gaat over een jongetje die zich afvraagt wie er aan de andere kant van de zee woont. Hij stuurt een aantal keer briefjes via flessenpost, maar krijgt geen antwoord terug. Op een dag krijgt hij wél antwoord, van Lizzy en praat hij door middel van flessenpost met haar.

Na het verhaal viel opeens de fles aan mijn trolley op: “Juf, jij hebt ook flessenpost!”. Dus heb ik nog even een korte uitleg gegeven over flessenpost nu en vroeger en toen snel de fles geopend en de brief voorgelezen. Er stond in dat de schrijver van de brief het leuk zou vinden als de kinderen ook een fles met een brief erin zouden maken. “Dan moeten we flessen sparen!”, was gelijk de eerste reactie. Gelukkig hoefden we daar niet op te wachten, want de trolley die ik had meegenomen zat vol met flessen.

Snel begonnen de kinderen met het schrijven en versieren van hun brief. “Ik vind je lief.” en “Ik ben blij dat we vrienden zijn.” waren erg populair.

Wat een gezellige les, met hele leuke reacties en mooie resultaten!

maandag 9 mei 2011

Ouderbetrokkenheid in de praktijk!

Door: Désirée van Vliet 
Bibliotheek Haagse Hout

Wat is het toch altijd een feest om in groep 3 het project “boekje over mij” te doen. Op de dr. M. M. den Hertogschool in Haagse Hout komt de doorgaande lijn van onze taalprojecten echt tot zijn recht. En we proberen bij elk project een oudermoment te organiseren. Ik volg de kinderen en hun ouders vanaf de peuterklas tot en met groep 6. Van peutertaalprojecten en voorleesvogels tot de koffers vol woorden bij de kleuters.
Dan de wonderbaarlijke “ontluiking van de geletterdheid” in groep 3 waarbij de kinderen zélf hun boekje over zichzelf maken. Ze lijken altijd verbaasd te zijn dat ze echt kunnen lezen en schrijven! We plakken er altijd een extra lesje mét  de ouders aan vast zodat de kinderen kunnen laten zien en horen hoe knap ze zijn.

In groep 5 zijn de kinderen al zover dat ze met de klas een eigen verhalenboek maken. Volgens het “van kop tot staart” principe leren ze hoe de opbouw van een verhaal in elkaar steekt. Dat resulteert in een echt gebonden boek met veel spannende verhalen en eigen illustraties.

Met poëzie in groep 6 wordt het Goa-schooljaar afgesloten. De jongens en meisjes van die klas maken kennis met versjes en gedichten, dragen ze voor en proberen ook zelf te dichten!

In het nieuwe schooljaar zie ik ze weer, allemaal weer wat groter geworden: ik kijk er nu al naar uit!

vrijdag 15 april 2011

Op je pantoffels naar de bibliotheek

Door Joke de Ridder
Bibliotheek Spoorwijk

Eén keer in de ongeveer zes weken komen ze hier naar toe wandelen: de peutergroepen van kindercentrum David Dak uit de Guido Gezellestraat. Zo ook afgelopen dinsdag: 12 frisse koppies staan voor de deur.

We volgen een vast ritueel: jasjes uit, even als groep bij elkaar: ‘Wat gaan we doen vandaag?!’ en daarna in ganzenpas, langs de luxe waterbak met de schildpadden (‘Dag Alexander en Maxima!’), naar de tribune.

Vandaag heb ik drie prentenboeken klaargezet en wat ik hoop gebeurt: na het voorlezen van het eerste boekje vragen ze om nóg een boekje en nóg een. Een record! Het zijn dan ook dijken van boeken: twee ‘oudjes’: ‘Toen ik klein was’ van Mario Ramos en ‘Karel het kuiken’ van Nick Denchfield en Ant Parker en één vrij nieuwe: ‘Wie hoort bij wie, op de boerderij’ van Philippe Goossens.

Alle drie gaan ze over het thema dat op verzoek van de leidsters centraal staat: moederdieren met hun jongen. Tijdens en na het voorlezen praten we over dierenkoppels. Er komen aardig wat woordcombinaties langs: de kip en het kuiken, het paard en het veulen, het schaap en het lammetje. We zingen: ‘Ik weet dat het lente wordt. Wie heeft je dat verteld? Het lammetje in het veld.’ Een makkelijke meezinger.


Na het voorlezen repeteren we de letter P, van Papa, Pizza, Pannenkoek en Peuter.
De kinderen mogen een P-boek uitzoeken en gaan ‘lezen’ in de prentenboekenhoek.
Voor de jongsten het sein om zoveel mogelijk boeken uit de bakken te halen, door te bladeren en weer terug te zetten. De oudsten duiken echt in een verhaal. Eén van de jongens leest hardop voor met volwassen intonatie (ik hoor mijzelf terug!). Zodra de meeste aandacht naar de schildpadden begint uit te gaan, wordt het tijd om de jasjes aan te trekken. De peuters zijn dan ongeveer 45 minuten binnen. Met een tas vol boeken die ze zelf hebben uitgezocht, gaat het groepje weer terug naar het kinderdagverblijf.

Even later staat groep twee in de gang van de bibliotheek, op pantoffeltjes. Ze komen van boven, waar een dependance van het kindercentrum huist. Dit keer heb ik één boek klaar gezet. Op het moment dat ik wil gaan voorlezen, krijg ik last van een enorme kriebelhoest. ‘Hè wat vervelend. Hebben jullie daar ook wel eens last van?’ Als ze alle tien uitgehoest zijn lezen we ‘Moet je zo hoesten Sam?’ Het verhaal speelt midden in de winter. Hoewel het nu echt lente is, maakt niemand daar een punt van. Integendeel. Zelfs de tweejarigen weten nog hoe leuk sneeuw kan zijn.

Na het voorlezen praten we nog wat na over dichte neuzen, een beetje ziek zijn en écht ziek zijn. Eén van de peuters begint over ‘Karel in het ziekenhuis’. Karel is ‘in’ vertelt de leidster. De groep werkt met het voorschoolprogramma Puk en Ko en heeft al meer boekjes van Karel gelezen. Na het voorlezen zingen we ‘Dag dokter’uit het ‘Grote Liedjesboek’. De kinderen zoeken een P-boekje uit en met een stapel prentenboeken vertrekken ze weer naar boven. Tot de volgende keer!

donderdag 14 april 2011

Jongeren lezen niet? Ze lezen zelfs voor!

Door: Josette Kant, bibliotheek Bouwlust

Al een paar maanden wachten de derdejaars leerlingen van de Hofstede Praktijkschool erop en vorige week was het dan eindelijk zover: het voorleesproject begon!

Tien leerlingen stappen de bibliotheek binnen om lessen te krijgen over voorlezen. Het is wel even giebelen; die koffer waar boeken uitkomen met titels als “Op het potje”. En de peuterboekjes met eerste woordjes; “Die kan jij wel lezen!” zegt een leerling tegen een klasgenoot. Waar die reusachtige tandenborstel voor dient snappen ze wel. “Dat kan je gebruiken bij een verhaaltje over tandenpoetsen”.

De dagen die erop volgden, hebben ze hard geoefend op school. Want vandaag komt er een kleuterklas op bezoek! Dat is toch wel even heel spannend… En als ik heel eerlijk ben, vind ik het net zo spannend.
In de tijd die daarop volgt worden 19 kleutertjes voorgelezen. Alle leerlingen, van leesverslaafden tot leerlingen met AVI-4, doen dit vol enthousiasme. Ze lijken wel te transformeren! Hun juf en ik glunderen van trots.

Wat is dit een mooi begin van de dag.
Pubers lezen voor aan peuters!

vrijdag 8 april 2011

Ssst... luister, een hoorspel

Door: Tanja van Spengen, bibliotheek Laakkwartier

Eind februari zijn we gestart met het vernieuwde project ”sssst... luister, een hoorspel”.
In de eerste les heb ik de kinderen uitgelegd wat een hoorspel is, en iets verteld over de geschiedenis van het hoorspel. Natuurlijk liet ik ook een voorbeeld van een spannend hoorspel horen.
 
De kinderen oefenden met diverse materialen.

Het was voor deze kinderen totaal nieuw wat een hoorspel is. Zeker in deze tijd waarin heel veel dingen digitaal en visueel zijn, was het even wennen. Maar naarmate ze er meer over leerden, zagen en vooral hoorden raakten ze steeds meer geboeid en geïnteresseerd.

In de lessen daarna oefenden de kinderen met hoorspelmaterialen, luisteroefeningen en gingen ze in groepjes aan het werk aan hun eigen hoorspel. In de laatste les werden de hoorspelen daadwerkelijk opgevoerd en waren ze toch zichtbaar zenuwachtig. Ze vonden het erg spannend.

Achter het doek werd hard gewerkt...

De groepjes mochten één voor één plaatsnemen achter het grote zwarte doek dat in het lokaal was opgehangen. Omdat de rest van de kinderen hierdoor natuurlijk niets kon zien werd er extra goed en aandachtig geluisterd. Het applaus na dat klonk afloop van de hoorspelen was een goede graadmeter voor het plezier en enthousiasme van de kinderen!  





maandag 28 maart 2011

De schrijvers zijn er weer!

Door: Roos Visser, bibliotheek Transvaalkwartier / Schilderswijk

In maart en april leggen we in bibliotheek Schilderswijk en bibliotheek Transvaalkwartier al sinds 25 jaar voor een paar weken de rode loper uit. We krijgen dan namelijk hoog bezoek uit het hele land: kinderboekenschrijvers!

Hans Kuyper denkt diep na...
Niet minder dan 22 kinderboekenschrijvers bezoeken rond deze tijd onze twee filialen om daar gedurende een paar uur oog in oog te staan met enthousiaste leerlingen van wel 10 verschillende scholen. Deze leerlingen hebben zich al weken van tevoren voorbereid. Dat begint natuurlijk door in de klas zoveel mogelijk boeken te lezen, maar ook door vragen te bedenken die ze de schrijver kunnen stellen. Vragen als: Hoe oud bent u? en Bent u getrouwd? worden tijdens het bezoek afgewisseld met diepere vragen zoals ‘Heeft u wel eens getwijfeld aan uw schrijverschap?’ en ‘Weet u van tevoren hoe uw boek gaat aflopen?’. Dan staat zelfs de meest ervaren schrijver wel eens met een mond vol tanden.   


Peter Vervloed speelt een Beatlesnummer.

Niet alleen voor de leerlingen, maar ook voor ons als bibliotheekmedewerker zijn deze bezoeken vaak een feestje. Want dan zien we dat schrijvers naast schrijven vaak ook nog vele andere talenten hebben! De meesten kunnen in ieder geval adembenemend vertellen, en een enkeling kan daarnaast ook nog fantastisch tekenen, speelt zonder moeite een zwaardgevecht na of kan mooi gitaar, accordeon of fluit spelen. De kinderen zitten dan op het puntje van hun stoel, en dat levert mooie taferelen op.


Natuurlijk wordt een bezoek altijd afgesloten met een handtekening van de schrijver, als bewijs dat de kinderen hem of haar echt hebben ontmoet. Een mooi moment was bijvoorbeeld tijdens het bezoek van Mirjam Oldenhave. Een jongen leende zijn pen aan Mirjam uit om haar handtekening te krijgen. Toen hij hem terugkreeg riep hij blij: ‘Ik was deze pen nooit meer!’ Waarop een klasgenootje droog antwoordde: ‘Wie wast er nou zijn pen?’    

Er wordt ademloos geluisterd.



dinsdag 8 maart 2011

Een schatkist vol sprookjes

Door: Eveline van Stuijvenberg, bibliotheek Laakkwartier / Transvaalkwartier


Samen met collega Roos zit ik aan tafel. Nou ja, zitten…. we stuiteren rond een tafel waarop een groot sprookjesboek ligt. We zijn het project ‘Ssst, luister… een sprookje’ aan het updaten, met nieuwe kennis, nieuwe ervaringen en vooral heel veel enthousiasme. Roos en ik zijn allebei opgegroeid met sprookjes en we zouden wel een hele boekenkast willen proppen in de vier lessen die we op scholen gaan geven. Maar ook hier geldt: kill your darlings…… Stuk voor stuk moeten de leukste sprookjes het ontgelden ten faveure van andere, nòg leukere sprookjes. We proberen een mix te vinden tussen bekende klassiekers, wat onbekendere en onze eigen (dertig!) favorieten….

Roodkapje, Hans en Grietje en De Gelaarsde Kat winnen de strijd en de laatste les doen we een knotsgekke sprookjesquiz met de leerlingen. Natuurlijk wordt er ook elke les geknutseld, glunderen we een gaan aan de slag met prototypes, kleurplaten etc.

“De eerste les komen we binnen met een grote gouden spookjeskist” hadden we bedacht. Deze kist was al gemaakt en prachtig beschilderd door collega Stefan. En zo kom ik de klas binnen. Natuurlijk zeg ik, sjouwend met de zware kist, eerst de kinderen gedag. In koor roepen ze terug: goeiemiddag juffrouw……. En dan blijft het even stil. Met één blik op de kist roept er eentje: juf SPROOKJE! En dat zal de komende vier weken mijn bijnaam blijven op deze school. Een naam die ik met trots draag.

De leerlingen kennen al best veel sprookjes, maar laten zich elke les met veel enthousiasme meeslepen in weer een sprookje. Sterker, ze kunnen haast niet wachten: aan het einde van de les vragen ze meteen wat we de volgende les gaan doen, maar dat verklap ik natuurlijk nog niet……

Na vier lessen laat ik een klas vol doorgewinterde spookjesliefhebbers achter, net zo stuiterend van enthousiasme als Roos en ik waren toen we deze lessen bedachten. Wat kan het toch heerlijk zijn om je enthousiasme te delen! Ik kan alleen maar zeggen: “en ze lazen nog lang en gelukkig….!”



vrijdag 4 maart 2011

Het oudste gedicht van Nederland op de Paul Krugerschool

Door: Liesbeth Bouman, bibliotheek Transvaalkwartier

Het eerste project dat ik in het nieuwe schooljaar gegeven heb, was: ‘Gedicht in zicht’. Gegeven aan de groepen 5 t/m 8 van de Paul Krugerschool.

Ik had er erg veel zin in. Aan het begin van de eerste les is het enthousiasme voor poëzie bij sommige kinderen nog ver te zoeken, maar ik vind het altijd leuk om te zien hoe die kinderen hun mening bijstellen gaande het project. Natuurlijk is het ook fijn om te merken hoeveel plezier ze aan het dichten en het voordragen beleven.

De bedoeling van deze poëzielessen is dat kinderen leren dat iedereen anders naar een gedicht kan kijken. Ze vormen hun eigen gedachten en ideeën over een gedicht.

Om dit duidelijk te maken mochten de leerlingen eindelijk eens op hun tafels staan! Zo hebben ze anders naar hun klas gekeken. In groep 7a hebben de leerlingen het volgende gedicht verzonnen:


Ik zie puntjes in het plafond
De vloer is ineens verder weg
Ik lijk wel een reus
Ik zie ineens het schoolplein
We zien een andere wereld



We hebben ook naar verschillende soorten gedichten gekeken waaronder het oudste gedicht van Nederland. Ik heb verteld dat een gedicht een vorm, ritme en soms rijm heeft. De meester en ik waren blij verrast over de leuke, originele en vooral erg mooie en goed doordachte gedichten! De kinderen hebben ontdekt dat iedereen kan dichten.