Door Joke de Ridder
Bibliotheek Spoorwijk
Eén keer in de ongeveer zes weken komen ze hier naar toe wandelen: de peutergroepen van kindercentrum David Dak uit de Guido Gezellestraat. Zo ook afgelopen dinsdag: 12 frisse koppies staan voor de deur.

Vandaag heb ik drie prentenboeken klaargezet en wat ik hoop gebeurt: na het voorlezen van het eerste boekje vragen ze om nóg een boekje en nóg een. Een record! Het zijn dan ook dijken van boeken: twee ‘oudjes’: ‘Toen ik klein was’ van Mario Ramos en ‘Karel het kuiken’ van Nick Denchfield en Ant Parker en één vrij nieuwe: ‘Wie hoort bij wie, op de boerderij’ van Philippe Goossens.
Alle drie gaan ze over het thema dat op verzoek van de leidsters centraal staat: moederdieren met hun jongen. Tijdens en na het voorlezen praten we over dierenkoppels. Er komen aardig wat woordcombinaties langs: de kip en het kuiken, het paard en het veulen, het schaap en het lammetje. We zingen: ‘Ik weet dat het lente wordt. Wie heeft je dat verteld? Het lammetje in het veld.’ Een makkelijke meezinger.
Na het voorlezen repeteren we de letter P, van Papa, Pizza, Pannenkoek en Peuter.
De kinderen mogen een P-boek uitzoeken en gaan ‘lezen’ in de prentenboekenhoek.
Voor de jongsten het sein om zoveel mogelijk boeken uit de bakken te halen, door te bladeren en weer terug te zetten. De oudsten duiken echt in een verhaal. Eén van de jongens leest hardop voor met volwassen intonatie (ik hoor mijzelf terug!). Zodra de meeste aandacht naar de schildpadden begint uit te gaan, wordt het tijd om de jasjes aan te trekken. De peuters zijn dan ongeveer 45 minuten binnen. Met een tas vol boeken die ze zelf hebben uitgezocht, gaat het groepje weer terug naar het kinderdagverblijf.

Na het voorlezen praten we nog wat na over dichte neuzen, een beetje ziek zijn en écht ziek zijn. Eén van de peuters begint over ‘Karel in het ziekenhuis’. Karel is ‘in’ vertelt de leidster. De groep werkt met het voorschoolprogramma Puk en Ko en heeft al meer boekjes van Karel gelezen. Na het voorlezen zingen we ‘Dag dokter’uit het ‘Grote Liedjesboek’. De kinderen zoeken een P-boekje uit en met een stapel prentenboeken vertrekken ze weer naar boven. Tot de volgende keer!